Algemeen
De bedrijfsvoeringsparagraaf geeft aanvullende informatie op het programma bedrijfsvoering.
Uitgangspunten
De loonsomraming voor 2022 hebben we gebaseerd op de in de Programmabegroting 2021 vastgestelde formatie en op verdere afzonderlijke besluitvorming op de formatie in 2021 met doorwerking naar 2022. Verder hebben we rekening gehouden met voorgenomen beleidsmaatregelen met formatieve consequenties voor 2022. Vertrekpunt voor de loonsom is het salarispeil van februari 2021. Onderhandelingen over een nieuwe cao-gemeenten met ingang van 2021 zijn gestart maar hebben nog niet geleid tot een overeenkomst. Als uitgangspunt voor de begroting 2022 hebben wij een stijging van 2,0% met ingang van 2021 aangehouden. In de begroting 2022 en de meerjarenprognose 2023 tot en met 2025 hebben we rekening gehouden met een verwachte loonontwikkeling van 1,5 %.
Het ABP-herstelplan is in uitvoering. Dat heeft de afgelopen jaren geresulteerd in extra premiestijgingen. Of dit per 1 januari 2022 opnieuw gaat gebeuren is nog niet bekend. Daarom zijn we in de ramingen uitgegaan van een opwaarts effect op de loonsom van circa 1,0% ten opzichte van februari 2021.
Verder hebben we rekening gehouden met de gevolgen van jaarlijkse periodieke verhogingen (salaristreden tot maximum van de schaal is bereikt) en het persoonsgebonden budget van € 480 per fte. Voor vergoedingen en toelagen aan het personeel is een (gemiddeld) bedrag van € 126 per fte beschikbaar. Naast de loonsom is voor beheerskosten binnen de bedrijfsvoering een aantal normbedragen van toepassing. Zo bedraagt het budget voor vorming en opleiding 1,38 % van de loonsom. Voor de overige personeelskosten per team, zoals teamdagen, is gerekend met een bedrag van € 254 per fte.
De toegepaste prijsindex op de prijsgevoelige bedrijfsvoeringsbudgetten bedraagt 2,1 %. Voor de prognoses 2023-2025 hebben we als aanname rekening gehouden met een prijsontwikkeling van 1,9 % in 2023, 1,6 % in 2024 en1,6% in 2025.
Kosten Bedrijfsvoeringen
De kosten van de bedrijfsvoering bestaat uit twee delen: de kosten van het primair proces en de kosten van overhead. Personeelskosten van medewerkers en overige kosten die direct verband houden met de voorbereiding en uitvoering van het beleid worden rekenen we tot het primaire proces.
Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces rekenen we tot de overhead. Deze kosten bestaan uit alle loonkosten van de zogenaamde PIOFACH-functies (Personeelszaken, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting), ict-kosten, huisvestingskosten, uitbestedingskosten bedrijfsvoering en rentekosten die niet zijn toe te rekenen aan het primaire proces.
Om inzicht te geven in de kosten van de bedrijfsvoering hebben wij tabellen opgenomen die inzicht geven in de totale kosten van de bedrijfsvoering met daarbij een toelichting op de mutaties. Daarnaast zoomen we in op de specifieke ontwikkelingen in kosten van het primaire proces en de kosten van de overhead.