Financiële begroting

Toelichting financiële begroting

Algemene lijn

De raming van de algemene uitkering 2022 en de prognoses voor de periode 2023-2025 zijn gebaseerd op de informatie en de maatregelen in de Meicirculaire 2021 en de Septembercirculaire 2021.

Voor het jaar 2022 resulteert dat in een totale algemene uitkering van € 195,3 miljoen. De macrobudgetten voor de uitvoering van de Wmo en de Jeugdzorg zijn vanaf 2019 volledig geïntegreerd in de reguliere verdeelmaatstaven van het gemeentefonds.  

Daarmee geldt voor deze onderdelen nu ook het systeem van trap-op-trap-af. Voor het niet integreerbare deel van de uitkering Sociaal Domein zijn nieuwe integratie-uitkeringen gevormd. Het gaat daarbij om beschermd wonen, voogdij 18+, en de Participatiewet. De totale omvang van deze integratie-uitkeringen is voor 2022 geraamd op € 38,8 miljoen. Voor financiering van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening is € 17,4 miljoen in de raming van de algemene uitkering 2022 opgenomen.

Ontwikkeling acressen

Het kabinet prognosticeert op twee momenten de ontwikkeling van de accressen. Deze ontwikkelingen worden in de Meicirculaire en de Septembercirculaire gepubliceerd.  

De nieuwe accressen zijn aangepast en afgestemd op de cijfers in de Rijksvoorjaarsnota, de prognoses uit het Centraal Economisch Plan 2020 en de Miljoenennota. De daaruit voortvloeiende aanpassingen resulteren erin dat de accressen voor de jaren 2022-2025 ten opzichte van de prognoses in de Septembercirculaire 2020 cumulatief met € 362 miljoen worden verhoogd. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de accressen over de periode 2021 – 2025 weergegeven.

Accressen macro (Stand septembercirculaire 2021, bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

Stand septembercirculaire 2020

1.030

1.036

801

806

950

Stand septembercirculaire 2021

1.030

1.493

741

711

1.010

Mutatie accress cumulatief

457

397

302

362

Accressen in %

5,04

2,36

3,29

3,26

Hoofdoorzaak zijn bijgestelde prognoses met betrekking tot de voor de komende jaren door het CPB voorziene loon-en prijsontwikkelingen en het uitgavenniveau van het Rijk. De verhoging van de accressen is structureel. Voor Assen resulteren de nieuwe cijfers in een op termijn blijvende verbetering van de algemene uitkering van € 1,9 miljoen in 2022 aflopend naar € 1,5 miljoen in 2025.  

Deze ontwikkeling is in de nieuwe raming en de prognoses van de algemene uitkering 2022-2025 verwerkt.

De accressen zijn primair bestemd voor dekking van de budgettaire effecten van loon- en prijsstijging in de eigen begroting. Hieruit zullen in ieder geval de budgettaire effecten van de nieuw af te sluiten Cao-gemeenten en verdere optrekking van de pensioenpremies gedekt moeten worden. Het door het kabinet voor 2026 gepresenteerde accres van € 1,027 miljard is voor het eerst in het meerjarenperspectief van het gemeentefonds opgenomen. De eerste inschatting van het Asser aandeel in dit accres bedraagt circa € 4,0 miljoen.

Overige ontwikkelingen

Extra middelen jeugdzorg
Met ingang 2021 worden de cliënten die langdurige zorg nodig hebben in het kader van beschermd wonen niet meer via de integratie-uitkering Beschermd wonen gefinancierd. Met ingang worden deze kosten in zijn geheel gefinancierd uit de WLZ.  

Tegelijkertijd is de integratie-uitkering Beschermd wonen verlaagd met € 11,9 miljoen. Bij de septembercirculaire 2021 is voor 2022 op basis van nacalculatie Wlz nogmaals € 4,5 miljoen uitgenomen .   

Integratie-uitkeringen Beschermd wonen, Voogdij 18+ en Participatiewet
De budgetten voor Beschermd wonen, Voogdij/18+ en de Participatiewet zijn nog niet geïntegreerd in de verdeling van het gemeentefonds. Voor elk van deze taken is binnen de algemene uitkering een nieuwe tijdelijke integratieuitkering gevormd. De verdeling van de middelen vindt voorlopig plaats op basis van bestaande methodieken en afspraken. De budgetten worden jaarlijks aangepast met een loon-, prijs- en volumecomponent.

De integratie van Beschermd wonen, Voogdij 18+ en de resterende onderdelen van de Participatiewet (Wajong/begeleiding)-middelen is voorzien met ingang van 2023. Het totaal van de niet-geïntegreerde budgetten Sociaal Domein bedraagt voor Assen in 2022 € 56,3 miljoen. Hiervan is € 3,7 miljoen bestemd voor de gemeenten Aa en Hunze en Tynaarlo.

Schaal- en efficiencykortingen
De door eerdere kabinetten vastgestelde schaalkorting van rond € 1,0 miljard loopt op basis van het vastgestelde ritme door tot 2025. Net als voor de jaarschijven 2020 en 2021  heeft het kabinet besloten om de korting voor 2022 te bevriezen op het niveau van 2019. Met ingang van 2023 maken de voor nu vervallen kortingen weer onderdeel uit van de tranches. Van deze korting is tot en met 2019 € 300 miljoen via het gemeentefonds ingeboekt. Het restant van € 675 miljoen wordt in de periode 2023-2025 op het fonds in mindering gebracht. De omvang van de kortingen loopt jaarlijks gefaseerd op.

De laatste tranche staat gepland voor 2025 en bedraagt macro € 140 miljoen. In het kader van de corona-compensatie heeft het kabinet besloten om de tranches voor 2020 € 70 miljoen en 2021 € 90 miljoen niet uit te nemen uit het gemeentefonds. De aanvulling voor 2022 bedraagt € 110 miljoen Dit betekent voor Assen een incidenteel voordeel van afgerond € 1,1 miljoen. Na 2022 wordt de schaalkorting onverkort in de bestaande reeks doorgezet en resulteert een korting op de algemene uitkering met € 3,9 miljoen. Daarvan moet nu nog circa € 2,8 miljoen binnen de begroting worden opgevangen en maken onderdeel uit van de meerjarenramingen 2023 -2025.

Overige maatregelen
Naast de meer beleidsmatige aanpassingen bevat de circulaire specifieke maatregelen op een aantal deelterreinen. Die zijn grotendeels terug te voeren op eerder gemaakte afspraken en genomen besluiten. Zo komen er uitkeringen voor Wet Open Overheid (WOO).Het financieel effect van deze maatregelen is beperkt.  

Voor zover voor Assen relevant zijn de effecten ervan meegenomen in de berekening van de Asser algemene uitkering.

Algemene uitkering

De uitkering die we op grond van de Septembercirculaire voor 2022 in de begroting hebben opgenomen is voorlopig geraamd op € 195,29 miljoen. De opbouw ervan ziet er als volgt uit:

Algemene uitkering 2022 (stand septembercirculaire 2021 , bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving/begrotingsjaar

2021

2022

Toelichting

Algemene maatstaven (w.o. accress)

132,2

140,0

w.o. accress, jeugdzorg en wmo

Inkomensmaatstaf

-7,2

-7,5

aftrek o.b.v. waardetotalen woz

Decentralisatie-uitkeringen

10,7

6,4

uitkering voor specifieke beleidsdoelen

Integratie- uitkeringen sociaal domein

41,1

38,8

beschermd wonen voogdij 18+

Integratie- uitkeringen participatiewet

18,0

17,5

rijksuitkering wsw

Suppletie uitkeringen

0

0

tegemoetkoming overgangsregelingen

Totaal

194,8

195,2

Meerjarenprognose algemene uitkering

Op basis van de Septembercirculaire 2021 en eigen aannames en inschattingen met betrekking tot volumeontwikkelingen zijn voor de algemene uitkeringen 2023-2025 de volgende inschattingen gemaakt en in de meerjarenprognose opgenomen.  

De algemene uitkering 2023 - 2024 zoals deze zijn opgenomen in de meerjarenprognose 2023 -2024 van de programmabegroting 2021 is daarin het vertrekpunt.

Meerjarenprognose Algemene uitkering 2022 ( stand septembercirculaire 2021 , bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving/begrotingsjaar

2023

2024

2025

Meerjarenprognose Algemene uitkering begroting 2021 mjp 2023 -2024

188,26

190,42

190,42

Accressen

1,65

1,26

1,49

BCF

0,33

0,33

0,33

Volume effecten

2,71

2,59

5,38

Ontwikkeling decentralisatie-uitkeringen

-0,60

-0,60

-0,60

Ontwikkeling integratie-uitkeringen

-4,60

-4,60

-4,60

Ontwikkeling middelen jeugd

0,00

0,00

0,00

Totaal

187,75

189,40

192,42

mutatie per jaar

-0,51

-1,02

2,00

Deze pagina is gebouwd op 01/26/2022 16:59:58 met de export van 01/25/2022 10:27:03