Kaderbrief 2022 als referentiekader
De financiële kaders, de begrotingspositie en de meerjarenprognose zijn als onderdeel van Kaderbrief 2022 geactualiseerd. Wij hebben u in juli 2021 een reguliere kaderbrief 2022 en een aanvullende brief over belangrijk ontwikkelingen die van invloed waren op het in de kaderbrief gepresenteerde beeld.
In september 2021 heeft u van ons nogmaals een brief ontvangen met de laatste stand van zaken met betrekking tot de nieuwe stelpost jeugd en de herijking van het gemeentefonds. In dit hoofdstuk wordt steeds de vergelijking gemaakt tussen het beleid en de cijfers in de kaderbrief 2022 inclusief de aanvullende brieven. De raad heeft op 8 jul 2021 ingestemd met de Kaderbrief 2022.
Samenvattend beeld Herstelplan 2020-2024
In de brief van 6 september 2021 luiden de luidden de afsluitende financiële eindresultaten als volgt.
Bijgestelde resultaten inclusief effecten arbitrage en stelposten 2022 - 2025 | ||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Bijgestelde resultaten inclusief effecten arbitrage (brief 21 juni 2021) | 2.143 | -3.746 | -4.019 | -3.603 |
Nieuwe stelpost jeugd | 5.844 | 5.487 | 5.056 | |
Afvoeren oude stelpost jeugd | -1.769 | -1.769 | -1.769 | |
Hervormingsagenda jeugdzorg | pm | pm | pm | |
Bijgestelde resultaten inclusief effecten arbitrage en stelpost jeugd ( brief 6 september 2021) | 2.143 | 329 | -301 | -316 |
In de laatste brief hebben wij aangepast begrotingsbeeld gepresenteerd die een overschot laat zien van € 2,1 miljoen voor het jaar 2022 en € 0,3 miljoen voor 2023. Voor de jaren daarna lichte tekorten van circa € 0,3 miljoen voor 2024 en 2025. Dit beeld hebben wij als vertrekpunt gehanteerd voor de samenstelling van de begroting 2022 en meerjarenraming.
Financiële Beleidsrichtingen
De kaders, beleidsrichtingen en financiële aanpak uit het Herstelplan 2020 -2024 zijn nog steeds leidend voor het in de Programmabegroting 2022 en de meerjarenprognose 2023-2025 te presenteren beleid, de daarvoor te ramen budgetten en de op te stellen financiële prognoses. Realisatie van de ambities uit het collegeakkoord ‘Sterke wijken in een sterke stad’ , aanpak van de beleidsknelpunten en het financieel in control brengen van het Sociaal Domein, staan daarin voor 2022, samen met de vastgestelde bezuinigingen, centraal.
De Programmabegroting 2022 en de meerjarenprognose 2023-2025 bevatten daarnaast reële ramingen en prognoses voor de uitvoering van de taken.
Insteek in het Herstelplan 2020 -2024 was en is met ingang van 2022 een structureel sluitende begroting en meerjarenraming Dit aangevuld met extra rijksmiddelen die nodig zijn om de financiële positie van gemeenten te versterken.
Financiële en fiscale kader en spelregels
Hoofddoelstelling van het financieel beleid is gericht een reëel en structureel evenwicht in de Asser begroting met ingang 2022.
Aanname in dat verband is dat het demissionaire kabinet op basis van de uitkomsten van het landelijk onderzoek naar de kostenontwikkeling in de Jeugdzorg voor 2022 en verder extra rijksmiddelen beschikbaar stelt om de bestaande tekorten in de Jeugdzorg af te dekken. Voor 2022 heeft zijn deze middelen ook daadwerkelijk toegezegd. Om uiting te geven aan die lijn is met ingang van 2023 een nieuwe structurele ‘stelpost extra rijksmiddelen Jeugdzorg’ opgenomen. Het beloop van deze nieuwe stelpost maakt onderdeel uit van onze meerjarenprognose.
Deze aanpak sluit aan bij de richtlijn die de gezamenlijke toezichthouders in dit verband hebben vastgesteld.
Voor wat betreft het fiscale beleid is aangegeven dat het ingezette beleid in 2022 wordt gecontinueerd met dien verstande dat:
- De tarieven voor het rioolrecht en de afvalstoffenheffing kostendekkend blijven.
- De overige heffingen in 2022 conform het Bestuursakkoord gefaseerd verder kostendekkend worden gemaakt.
De paragraaf “lokale heffingen” bevat de nadere toelichting op het fiscale beleid. De vaststelling van de in 2022 te hanteren tarieven vindt plaats als onderdeel van de besluitvorming tarievenbeleid 2022.
Bestuursakkoord "Sterke wijken in een sterke stad"
In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over de in de lopende bestuursperiode te realiseren ambities, en de daarvoor beschikbaar te stellen middelen. Daarbij is gekozen voor een incidentele, tijdgebonden en structurele aanpak en een daarop afgestemde inzet van middelen. In de uitwerking betekent dit dat betrokken incidentele en tijdgebonden activiteiten aan het eind van de periode worden afgebouwd en stoppen en dat beschikbare budgettaire ruimte en de daarvoor vastgestelde dekkingsmaatregelen vanaf dat moment weer komen te vervallen.
Middelen bestuursakkoord ‘Sterke wijken in een sterke stad’ | (bedragen x € 1.000) | |||
---|---|---|---|---|
Programma | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Wonen in Assen | -1.223 | -795 | -795 | -795 |
Werken in Assen | -500 | 0 | 0 | 0 |
Meedoen in Assen | -2.210 | -320 | -320 | -320 |
Aantrekkelijk Assen | -550 | -300 | -300 | -300 |
Samen werken aan Assen | -240 | 0 | 0 | 0 |
Bedrijfsvoering | -328 | -328 | -328 | -328 |
Vastgoed en Grondbedrijf | -195 | -320 | -320 | -320 |
Totaal middelen bestuursakkoord | -5.246 | -2.063 | -2.063 | -2.063 |
Bezuinigingsmaatregelen
Conform de uitgangspunten en beleidsrichtingen in het herstelplan 2020 - 2024 zijn de volgende bezuinigingen uit het zogenoemde basispakket in de programmabudgetten 2022 en de jaarschijven 2023-2025 opgenomen.
Bezuinigingsmaatregelen | (bedragen x € 1.000) | |||
---|---|---|---|---|
Programma | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Wonen in Assen | 1.549 | 1.482 | 1.482 | 1.482 |
Werken in Assen | 489 | 548 | 548 | 548 |
Meedoen in Assen | 3.816 | 3.803 | 3.803 | 3.803 |
Aantrekkelijk Assen | 437 | 437 | 437 | 437 |
Samen werken aan Assen | 127 | 149 | 127 | 127 |
Bedrijfsvoering | 608 | 501 | 501 | 501 |
Vastgoed en Grondbedrijf | 1.730 | 1.359 | 1.200 | 1.200 |
Algemeen financieel beleid | 2250 | 2250 | 2250 | 2250 |
Totaal middelen bestuursakkoord | 11.006 | 10.529 | 10.348 | 10.348 |
Uitgangspunten opbouw budgetten/prognoses 2022-2025
De opbouw en samenstelling van de product- en de programmabudgetten voor 2022 en van de financiële prognoses voor de periode 2023-2025 vindt plaats op basis van de volgende uitgangspunten:
- Het aanvaarde beleid, de geactualiseerde budgetten 2021 en prognoses t/m de Kaderbrief 2022.
- De autonome ontwikkelingen, knelpunten en nieuwe beleidsmaatregelen.
- Het pakket bezuinigingsmaatregelen opgenomen in het ‘Herstelplan 2020 - 2024’
- Toepassing beleids-, reken- en spelregels conform het vernieuwde BBV en het eigen bestuursakkoord.
- Stortingen in en onttrekkingen aan van reserves conform de spelregels uit de ‘nota reserves en voorzieningen’.
- Raming/prognoses bijdragen GR-en conform de (meerjaren-) begrotingen 2022 van de betrokken GR-en.
- Raming/prognoses algemene uitkering gebaseerd op de prognoses en maatregelen uit de Meicirculaire 2021 en de Septembercirculaire 2021.
- Raming aandeel onderschrijding BCF-plafond conform advies/richtlijn BZK Meicirculaire 2021.
- Loonontwikkeling 2021- 2022 maximaal 4,5% (= t.o.v. werkelijk niveau februari 2021).
- Prijsontwikkeling 2021-2022 maximaal 2,1 % (conform Meicirculaire 2021 en incl. nacalculatie).
- Reguliere vervangingsinvesteringen in bedrijfsmiddelen, bedrijfsgebouwen en andere gemeentelijke panden.
- Rentevisie en rentebeleid 2022 ongewijzigd ten opzichte van 2021.
- Omslagrente 1,8% rente financiering grondexploitatie 1,0 %, indexatierente amortisatiereserves jaarlijks 1,8%.
- Aanpassing tarieven onroerendezaakbelasting per 1 januari 2021 2,1 % (cf. Meicirculaire 2021).
- De opbrengt van de toeristenbelasting is voor 2022 bevroren op het niveau van 2021.
- Overige heffingen en tarieven zoveel mogelijk kostendekkend; anders trendmatig 2,1 % (cpi Meicirculaire 2021 en incl. nacalculatie).