Arbitrage Jeugdzorg

Uitspraak arbitragecommissie 27 mei 2021: Rijk compenseert Jeugdmiddelen in 2022

De jarenlange tekorten in de jeugdhulp zijn in opdracht van het Ministerie van VWS onderzocht. Het bureau voor maatschappelijke vraagstukken, Andersson Elffers Felix ( AEF) bracht hierover het rapport Stelsel in Groei uit. De conclusie van dit rapport is dat gemeenten in 2019 € 1,6 tot 1,8 miljard meer uitgaven aan jeugdhulp dan zij ontvingen. Op basis hiervan zijn door de commissie Sint, waarin Rijk en VNG vertegenwoordigd waren, mogelijke maatregelen uitgewerkt om de tekorten terug te dringen. Na arbitrage ingesteld door de VNG, heeft het Rijk voor het jaar 2022 een aanvullend bedrag van € 1,3 miljard beschikbaar gesteld. Hierbij is rekening gehouden met de eerder toegezegde toevoeging van € 0,3 miljard en de berekende besparing van maatregelen uit het rapport van de commissie Sint. Deze besparingsmaatregelen maken in 2022 onderdeel uit van het Programma Sociaal Domein.

Voor de jaren daarna zal het nieuwe kabinet een besluit nemen. We verwachten dat via aanvullende middelen in combinatie met de Hervormingsagenda, die Rijk en VNG vaststellen voor de periode 2022- 2028 het jeugdzorgstelsel toekomstbestendig wordt.  

De inhoud van de Hervormingsagenda is:  

• Begrenzen van de jeugdhulpplicht.
• Versterken van de beleidsvrijheid van gemeenten.
• Beter benutten van het potentieel om van elkaar te leren (door VNG en gemeenten).
• Versterken van de sturing op kwaliteit (effectiviteit van jeugdhulpinterventies), via monitoring/ landelijk inzicht in data op gemeentelijk niveau (benchmark).
• Overwegen van landelijke inkoop van specialistische jeugdzorg.

De Hervormingsagenda zal in Assen leidend zijn voor de in te zetten maatregelen.  

Voor het toekomstbestendig maken van de Wmo is onze lobby ook gericht op middelen en maatregelen. Het nieuwe kabinet zal hierover besluiten.   

De maatregelen uit de Hervormingsagenda en eventuele maatregelen Wmo dragen bij aan de Transformatie van het sociaal domein en nemen we op in het Programma Sociaal Domein.